DE DOOD, HET GRAF
EN HET
HIERNAMAALS
Dan stuurt Allah twee Engelen naar hem toe. Hun ogen zijn als verblindende bliksem. Hun stemmen zijn als brullende donder. Hun hoektanden zijn als koeienhoorns. Hun adem is als vlammen. Hun haar reikt tot aan hun voeten. De afstand groot. De zachtheid en genade zijn uit hun harten weggenomen, behalve voor de gelovigen. Zij worden Moenkar en Nakier genoemd. Elk van hen heeft een hamer in zijn hand. Als de mensen en de djinns zouden samenkomen om deze hamers op te tillen, zouden zij daar niet toe in staat zijn. Zij zeggen tegen hem: ‘Ga zitten.’ Dan gaat hij rechtop zitten, waardoor zijn doodskleed naar zijn zijen zakt. Zij zeggen tegen hem: ‘Wie is jouw Heer? Wat is jouw religie? Wie is jouw Profeet?’
tussen hun schouders is enorm